Vanuit Frankrijk een zacht stemmetje door de telefoon, vriendelijk, bijna verlegen. Breekbaar? Misschien. Maar ook ijzersterk. Anna Korsun, afkomstig uit de Oekraïne, meestal woonachtig in Duitsland (ze studeerde in München), doet een residency in Cité Internationale des Arts in Parijs.
Een bastion in het centrum van de stad waar professionele kunstenaars tijdelijk kunnen werken en het resultaat, desgewenst, tentoonstellen of laten horen. Men wordt door een selectiecommissie goedgekeurd. Het witte gebouw, streng van vorm, straalt een zekere eenzaamheid uit. De verzamelde anonimiteit, wellicht, van kunstenaars die op zichzelf worden teruggeworpen. Ploeterend.
Dat bevalt Korsun wel. “Ik houd ervan om alleen te zijn. Na te denken.” Ze is de compositie aan het voorbereiden voor Looptail die tijdens de Gaudeamus Academy zal worden ingestudeerd. Dat ze serieus is, lijdt geen twijfel. Al zegt ze soms de ‘drive’ te missen om het proces van componeren voort te stuwen. Dan is “stompzinnig naast de computer zitten wachten het enige wat er op zit.”
Aan de andere kant zijn grote delen van haar composities, althans op het eerste gezicht, vederlicht. Haast zorgeloos humoristisch. Maar dat is niet de vooropgezette bedoeling. Ze weigert resoluut zich bezig te houden met de indruk die haar stukken maken. Een compositie als Pulsar for mechanical organ and voice stelt hoge eisen aan de oren van het publiek door de wringende frequenties. Maar voor Korsun ziet de muziek er – van binnenuit – heel anders uit. “Ik wilde altijd al improviseren op een orgel in een kerkje met de stem als extra instrument. Dat combineerde ik met de hoge, mechanische tonen van metrodeuren en de typische stilte van koeien en schapen in de wei.” Ah, beestjes. Een argeloos oor meent ze in alle soorten en maten te ontdekken in Anna’s werk. Van de ‘walvisgeluiden’ in Dream of a Whale (een barse bastrombone) tot zogenaamd bijengezoem en vocalen die als ratten langs de binnenkant van een muur omhoog roetsjen. “Voor mij,” zegt Korsun nadrukkelijk, “zijn muzikale materialen van elke betekenis ontdaan.” In het filmpje waarin ze haar genomineerde compositie Vocerumori voorstelt voert ze – buiten beeld – een intellectualistische conversatie met een vrolijk teddybeertje: “Complexe muziek in een apocalyptische, nostalgische stemming.”
“Dat is een klein protest,” verklaart ze nader, “tegen het uitleggen van muziek. Interpreteren laat ik liever aan het publiek zelf over.”
Foto © Anna van Kooij