David Birds eerste creatieve uitlaatklep was de computer. Hij groeide op in een huis gevuld met deze machines, zijn ouders waren beide grafisch ontwerper. Door deze omgeving, kwam hij al op jonge leeftijd in aanraking met audio software en productie technologie.
Ondanks de belangrijke positie en invloed van de computer in Birds werk, staat hij er ambivalent tegenover. “De computer is eigenlijk een soort steunkruk, het toont je onzekerheden. Je herhaalt en gebruikt vormen soms te makkelijk. Ik probeer altijd erg kritisch na te denken over die verhouding.” Bird voelt zich aangetrokken tot het werk van de Amerikaanse schrijver William Gaddis. Hij werkte een groot deel van zijn leven aan de culturele geschiedenis van de pianola, die hij interpreteerde als de grootvader van de computer. De pianola leest the gaatjes in een pianorol als de nullen en enen van een binair systeem. Het is aan of uit. Kleine gaatjes waar je doorheen kan vallen. Gaddis omschrijft het als ‘de voorvader van de gehele nachtmerrie waarin we leven, the geboorte van de binaire wereld waar er geen andere optie is dan ja of nee. Er is geen uitvlucht mogelijk.’
Bird legt uit: “In zijn laatste boek, Agapē Agape, zoomt hij in door de gaatjes van de pianorol en beschrijft de val van creativiteit. In de late negentiende eeuw speelden mensen nog een instrument, maar dat verschoof. Je kon gewoon een zelfspelende piano kopen. Kunst werd een product.”
De relatie tussen binaire systemen en kapitalisme komt vaker terug in Birds werk. Het is prominent aanwezig in Commercial Vignette voor orgel en video, waar hij de zwarte strepen van een barcode leest als cues voor de organist. “Het was een dramatische handeling die ik wilde onderzoeken. Hoe sneller je de barcodes leest, hoe groter het gevoel wordt dat er een kapitalistisch ethos over de worstelende uitvoerder wordt uitgestort. Het stuk werd, zoals Bird schrijft, “geboren uit een perverse interesse om de willekeur van consumptiegoederen op te blazen door hun representatieve code over dramatische muzikale vormen te leggen.”
Foto © Anna van Kooij