Ethan Braun is een man van discipline. Zijn composities ontstaan vanuit een verzameling regels die hij voor zichzelf opstelt en streng volgt. Het is zijn manier om zijn gedachtes uit het proces te houden en onbevangen te ontdekken wat er gebeurt.
Het kan dan ook geen toeval zijn dat de titel van Brauns voor de Gaudeamus Award genomineerde werk Discipline is. ‘Ik wilde het zo noemen als herinnering voor mezelf om te blijven schrijven en los te komen van onzekerheden die ik had. Ik heb het niet zo op dat beeld van componeren als een romantische worsteling om een soort goddelijke muziek door te geven – daar komt meestal alleen maar veel te beladen muziek uit voort. Ik hoef alleen maar een aantal regels voor mezelf op te stellen, te beslissen dat ik sommige dingen niet ga doen en andere wel, en dat is alles. Een voordeel aan zo werken is dat er op die manier vaak elementen de compositie in sluipen die ik nooit verwacht had.’
Voor Discipline stemde Braun vier gitaren volgens de stemming in Joni Mitchells lied Woodstock, en leidde hij ze langs een serie van akkoorden geheel bestaande uit natuurlijke boventonen en gecomponeerd volgens de regels van het contrapunt. Voor The Semblance of a Garden schreef hij een korte melodie die langzaam verdwijnt in boventonen en bijgeluiden, gebaseerd op een akoestische analyse van de ruimte waar het stuk in gespeeld werd. ‘Deze manier van werken heeft iets heel wiskundigs, wat grappig is want ik was altijd heel slecht in wiskunde. Maar ik hou van de eenvoud ervan. Als ik een plan maak voor mezelf, behoed ik me voor het maken van onnodige beslissingen. Ik ben veel te rationeel, dus als ik geen lijn uitzet voor mezelf die ik kan volgen, raak ik verstrikt in mijn eigen gedachten.’
Voordat hij zijn huidige rigoureuze manier van componeren ontdekte, voelde Braun zich geïntimideerd door de geschiedenis van hedendaags klassieke muziek. ‘Ik vond alles interessant en dat was mijn probleem. Ik moest ophouden me zorgen te maken of bijvoorbeeld mijn harmonieën wel microtonaal genoeg waren en of er wel genoeg ‘noise’ in mijn muziek zat. Ik had het idee dat er allerlei wetten waren waar je je als jonge componist aan te houden had en ik was daar erg gevoelig voor. In plaats van dat ik durfde te denken: oké, ik weet dat ze er zijn, maar welke beslissing kan ik zelf maken op basis van dat alles?’
‘De Franse schrijver Raymond Queneau schreef een prachtig boek genaamd Exercises de style, bestaande uit 99 variaties op hetzelfde korte, vrij saaie verhaaltje. Dat boek toont eenvoudigweg een reeks mogelijke opties – 99 stijloefeningen – die allemaal los van elkaar staan. Er zit een enorme humor in die manier van werken. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen de humor in mijn werk hoort, maar ik merk altijd dat blijven lachen terwijl ik werk een heleboel onzin uitsluit.’ Geïnspireerd door Queneau, ziet Braun componeren dan ook vooral als een oefening en een onderzoekingstocht. ‘Het is zoals Luciano Berio eens zei: de beste analyse van een muziekstuk is een ander muziekstuk. Muziek schrijven als een manier van studeren.’
‘Het componeerproces en het geluid waar ik naar streef zie ik als twee verschillende onderwerpen. Ik heb eens een ‘visioen’ gehad bij de dokter toen ik 20 jaar oud was. Het schoot ineens door me heen en was onmiddellijk weer verdwenen. Dat was het ideale geluid dat ik wilde maken. Sindsdien probeer ik om uit te vinden hoe ik dat tot klinken kan brengen. Ik weet niet of het me al gelukt is. Ik kom er wel steeds iets dichterbij in de buurt. Het belangrijkste deel van het proces was vooral om op te houden om me zorgen te maken hoe ik tot dat geluid kom.’
Foto © Anna van Kooij