Klik op het toestaan van cookies om de playlist te beluisteren

Marina Poleukhina

Sport? ‘Niet echt, wel Yoga’. Favoriete popmuziek? ‘Sonic Youth, Amerikaanse experimentele rock’. Leren kennen via concerten? ‘Nee, via internet.’ Als ik met haar Skype, is Marina Poleukhina drie dagen tevoren geslaagd voor haar examen compositie. Aan het conservatorium van Moskou.

Een oude wereld, ze noemt het ‘another space’. Zoals er over muziek wordt gedacht, de regels, het onderwijs. ‘Het houdt er echt op bij Sjostakovitsj. Het symfonieorkest dat mijn werk speelde, was echt heel slecht,’ zegt ze bijna verontschuldigend. Nee, dan daarbuiten, dáár gebeurt het in Moskou. ‘De laatste jaren heb je hier een bruisende impro-scene van vrijdenkende musici, dichters en vormgevers.’ Ze voelt zich er als een vis in het water. ‘Improvisatie is heel belangrijk voor mij.’ Haar laatste project? ‘In real time stukjes verzinnen, van hooguit één of twee minuten. Super kort en geconcentreerd. Dan moet je razendsnel beslissingen nemen. Kun je niet anders dan spontaan zijn.’ Dat geeft een totaal andere ervaring. ‘Bij lange improvisaties voel je nog een soort comfort, een gevoel van het gaat lekker zo’, weet ze uit ervaring. ‘Als een improvisatie écht goed gaat, voelen alle instrumenten en objecten waar je op speelt als je eigen huid.’

Drie jaar werkt ze nu in Moskou. Ze groeide op in Sint Petersburg. ‘Een woestijn’, vindt ze. ‘Zeker wat de nieuwe muziek betreft. In de poëzie, gebeuren er nog wel spannende dingen in Sint Peterburg.’ Moskou is beter voor haar, maar het leven is er niet gemakkelijk. ‘Er is überhaupt geen subsidie. Je voelt constant de druk van de regering. Er zijn weinig ensembles die nieuwe muziek spelen.’ In kleine kring weten ze er toch hun eigen vrijheid te creëren.

‘De veelheid aan dingen rondom ons, maakt je soms verschrikkelijk eenzaam’, filosofeert ze. ‘Dan raak je het zicht kwijt op wat nou belangrijk voor je is. Maar dát gevoel, het gevoel alle grond onder je voeten te verliezen, wekt bij mij juist de neiging er tot aan de rand van het ravijn in mee te gaan. En dan blijkt telkens weer dat je dat toch niet kunt! Ons instinct, de neiging tot zelfbehoud, maakt dat we altijd naar houvast en stabiliteit zoeken. En altijd wel íets vinden om ons aan vast te houden. Dat proces is waar het voor mij in compositie en muziek om draait. Dát drijft mij.’

Foto © Anna van Kooij