Een opmerkelijk muziekstuk uit liefde voor de nacht. Twee kunstenaars uit verschillende hoeken van de wereld krijgen een ander kompas. Op welke manier zullen ze elkaar begrijpen? Hoe kan het ongrijpbare verlangen om in collectiviteit te creëren zijn eigen vorm vinden? Dit zijn de ideale ingrediënten voor een volledig intuïtief experiment. Gaudeamus is dapper genoeg om hier ruimte voor te bieden, zonder te weten wat het resultaat gaat zijn. In het moment zelf zal de precieze uitkomst zich pas aan ons openbaren.
‘Moet muziek worden gehoord om muziek te zijn?’ – Aart Strootman
VERVREEMDING/DUISTERNIS
Q: Nyctophylia zou de naam kunnen zijn van een Griekse godin. Uit spontane liefde voor deze elegante naam is deze compositie door mij gekozen als het thema van ons gesprek. Ik wens jullie een inspirerende start.
Als warming-up worden de twee uitgenodigd om intuïtief na te denken over verschillende associatieve begrippen.
Q: Wat roepen ‘vervreemding’ en ‘duisternis’ bij jullie op? Voel je op je gemak en neem de tijd.
Na een paar minuten trapt Aart af. Zijn ogen zien er opgewekt uit, terwijl zijn stem dankbare donkere tonen bevat.
A: Voor mij versmelten vervreemding en duisternis tot ‘het niet weten’. Dat vind ik trouwens een heel inspirerend onderwerp. Het heeft betrekking op ‘het ongehoorde’, ik bedoel iets dat je nog nooit eerder hebt gehoord. Sommige geluiden kunnen vervreemdend zijn en daarom ongehoord.
Net zoals duisternis een bepaald ‘onzichtbaar’ effect heeft: er wordt iets bedekt door de duisternis.
Soña neemt de beschrijving in zich op. Met een aangenaam lichte stem introduceert ze haar spontane gedachten. Er klinkt een subtiele hint van ‘white noise’.
S: Als ik aan deze woorden denk, stel ik me voor dat ik een heldere, zwevende bal ontmoet. Iets dat leeft, een levend schepsel. We smelten samen. Tegelijkertijd voel ik duisternis binnen in mij.
Het voelt ook als een wit canvas dat is gevuld met duisternis …
Grinnikt geamuseerd …
DREAMING/AWAKE
Q: Je verruimt onze geest al. Het volgende paar woorden is ‘ontwaken’ en ‘dromen’.
S: Ben ik wakker of droom ik? Deze vraag stel ik mijzelf constant. Soms knijp ik mezelf, omdat ik niet zeker weet of iets een droom of werkelijkheid is. Bijvoorbeeld als ik blij ben. Misschien zal ik aan het einde van mijn leven denken: is dit leven slechts een droom? En misschien droom ik nu ook van deze ontmoeting.
A: Dat raakt aan mijn gedachten, Soña. Ik hou vooral van de ruimte tussen wakker zijn en dromen. Het is een soort liminale ruimte… of limbo, waarin de lijnen tussen in slaap vallen, dromen en wakker worden vervagen. Het gaat ook om gevoeligheid. Het kan aanvoelen als een droom in een droom, of zo’n hele levendige droom waarin het voelt alsof je wakker bent.
Q: Laten we naar de ‘echte muziek’ van Nyctophilia gaan. Kun je wellicht de eerste keer dat je deze compositie hoorde terughalen, Soña? Wat gebeurde er toen?
S: Vanaf het begin voelde het alsof ik aan het slaapwandelen was, alleen, ’s nachts. Toen kwam dit verhaal in me op … Een jongen slaapt, liggend op zijn bed. Een soort duisternis komt in de kamer steeds dichterbij hem. En verspreidt zijn schaduw overal. Dan, opeens, komt de duisternis aan zijn bed. In zijn slaap is hij zich heel bewust van dit donkere gevoel. Tenslotte opent de jongen zijn ogen, hij kijkt naar de meubels in zijn kamer, de kast en de boekenplanken. Alles trilt. De kastdeuren gaan open en dicht. Boeken vallen op de grond …
Een glimlach van verbazing verschijnt op Aarts gezicht.
Dan is de climax in het stuk. Ik heb erg genoten van dat deel.
Soña gaat verder.
De jongen slaapwandelt naar de deur van de kamer. De deur gaat open. Hij voelt, naar hij vreest, hoe iets zijn kamer binnenkomt … maar hij kan het niet zien. Er is een spiegel tegenover de deur. De jongen kijkt ernaar.
De jongen is echt bang, maar op de een of andere manier is hij ook enorm gefascineerd. Dan ziet hij zichzelf in de spiegel. Ineens wordt hij wakker … Alle meubels verlaten de kamer. De jongen volgt. Hij komt aan in het bos …
Stilte. S duikt in haar herinneringen.
Er is meer, maar [enigszins aarzelend] … ik kan het nu niet vangen.
Aart ziet er vereerd uit met de beschrijving van Soña.
A: Wauw, als ik een compositie schrijf, ben ik over het algemeen niet op zoek naar een verhaallijn. Het verrast me als dat gebeurt.
Q: Kun je een inkijkje geven in hoe Nyctophila tot stand gekomen is?
A: Nou, het begon met een uitnodiging van Gaudeamus. Ik werd gevraagd om een stuk voor te bereiden dat zou worden uitgevoerd door een groot strijkersensemble. Ik heb hier intuïtief percussie, gitaar, basgitaar en blokfluittrio aan toegevoegd. Toen ben ik een eerder stuk gaan herschrijven, waar ik nog niet helemaal tevreden over was.
Ik was van plan een hele wilde virtuoze solo te schrijven voor de eerste violist van het strijkersensemble. Ik wilde ook expliciet het onbekende verkennen, een manier vinden om het onbekende tot leven te brengen. Ondertussen was er een zeer beperkte repetitietijd. Dus ik bedacht een andere manier van dirigeren. Ik verwerkte bepaalde cues in de partituur, elke cue betekende voor iedereen iets anders. In feite was het een ander soort taal met zijn eigen syntaxis. In zekere zin is het erg duister materiaal om te hanteren. Zelfs bij de première wisten we niet hoe alles op het einde samen zou komen.
Aart begint te gebaren.
Als je naar de video kijkt, zie je op bepaalde punten dat ik drie of vijf vingers laat zien. Dat komt overeen met de aanwijzingen. Verschillende muzikanten reageren dan op elkaar … Ik heb als het ware mijn eigen kaartenhuis gebouwd. Als iemand een signaal mist of niet luistert, stort het volledige stuk in elkaar. De uitvoering zelf gaat dus uiteindelijk over niet weten wat er gaat gebeuren.
Aart merkt dat Soña zijn woorden in haar hoofd visualiseert. Hij wacht twee seconden.
Er hing een geweldige sfeer. Ik hield van het soort spanning dat dit met zich meebracht, het podium op.
Diepe stilte. Om de stilte te doorbreken, barsten S, A en Q samen uit in een genoeglijke lach.
Q: En wat vind je ervan dat Soña een kunstwerk maakt als – een nog onbekende – reactie op de registratie van Nyctophilia?
A: Het is eigenlijk de eerste keer dat iemand, jij Soña, een interpretatie van mijn werk gaat maken op basis van een opname in plaats van op de partituur. Elke keer dat het stuk wordt gespeeld, geven de musici hun interpretatie van de partituur.
Zodra een dergelijke interpretatie is opgenomen, wordt ie in feite gefixeerd, terwijl juist de voorkeur geef om iedere uitvoering van het werk anders te laten zijn.‘Records ruin the landscape!’ Zei John Cage al in de jaren zestig.
Maar deze keer is het anders. Ik ben blij dat de oorspronkelijke openheid van de partituur overkomt in de opname.
Aart zegt dit met bescheidenheid en een soort ingetogen opwinding.
Soña neemt het soepel over.
S: Ik ben het met je eens dat het creatieproces zich moeilijk laat vangen en dat het een oprecht soort openheid vraagt. Als ik een verhaal te veel probeer te visualiseren, loopt het op de een of andere manier van me weg. Het luistert heel nauw. Ik moet gewoon wachten tot het moment waarop het als vanzelf naar me toe komt.
Ik blijf zoeken naar een kunstgreep, een manier om de inspiratie te laten komen op elk moment dat ik het wil . Maar ik heb het nog niet gevonden. Dus het voelt voor mij gewoon als magie, dat moment waarop ik opeens een gevoel helder kan visualiseren in een illustratie.
Ik herinner me een interview met de acteur Joaquin Phoenix. Hij kreeg vragen als: wat was je bedoeling? Wat wilde je laten zien? Waarom speelde je het op die manier? Hij antwoordde: ik weet het niet. Ik weet het niet. Ik was gewoon in het moment en ik deed het.
Ik vond zijn reactie interessant, dus ik bleef interviews met hem volgen. Hij geeft altijd dezelfde antwoorden: ik weet het niet. Ik kan het niet uitleggen. Het was gewoon het gevoel. Ik hou van zijn antwoorden. Voor mij leggen ze veel uit. Je haalt gewoon het beste uit jezelf, in het moment.
Gaudeamus bestaat 75 jaar en dat vieren we.
Wil je meer ontdekken uit het turbulente verleden, het onverwachte heden en de nog onbekende toekomst?