Klik op het toestaan van cookies om de playlist te beluisteren

Shih-Wei Lo

Geluid beweegt door tijd en ruimte. Dat is gegeven, maar hoe kan je deze parameters vormgeven in muziek? Hoe kan je ze kneden, uitrekken en comprimeren? En hoe beïnvloeden ze de ervaring van de realiteit? Shih-Wei Lo probeert de grenzen van wat echt of fictief is op te rekken in zijn muziek.

“Ik houd van componisten die tijd kneedbaar maken. Alsof ze het in hun hand houden en vormen.” Daarom was het derde studiejaar een keerpunt voor Lo. Toen werd hij voor het eerst blootgesteld aan computermuziek. Dat veranderde zijn perceptie van tijd in zowel instrumentale als in akoestische muziek substantieel. “Ik begon een beetje dienstplichtig met compositie in mijn eerste jaar, vooral omdat mijn hoofdstudie, de exacte vakken, mijn voornaamste belang waren in mijn jeugd. Ik kom uit een erg praktische familie met een achtergrond in medicijnen en de zakenwereld, zij hebben een direct effect op het leven en welzijn van mensen. Door deze achtergrond vroeg ik mij af hoe mijn muziek van betekenis kon zijn voor anderen.”

Met Things Hoped For, Things Unseen, een stuk voor elektrische harp, elektronica en video, probeerde Lo een brug te bouwen tussen zijn muziek en de maatschappij. Het gaat over de doodstraf in Taiwan. “Ik probeer niet te preken of antwoorden te geven. Muziek kan een medium zijn voor mensen om te bespiegelen en verbindingen te leggen, een ruimte om te luisteren en na te denken over dit soort kwesties in de maatschappij. Het is een manier mijn gedachten over de wereld naar buiten te brengen.”

Een ander aspect van zijn muziek gaat over existentie, hoe muziek naar zichzelf wijst. Lo gebruikt de stijlfiguur metafictie, een literaire techniek in een werk die de aandacht trekt naar de eigen status van het werk als werk. Hij ontleende het aan Nabokov’s boek Bleek Vuur. “Het is eigenlijk een gedicht, voorafgegaan door een introductie en gevolgd door een zeer uitgebreide annotatie. Het boek heeft een interessante dynamiek. Het omwikkelt zichzelf.” In Madhye II bijvoorbeeld, plaats Lo een opname van zijn eerdere koorstuk Madhye boven op een groep van zes zangers. Het is een soort tijdcapsule. Aan de ene kant verwijst het naar een ander stuk, Madhye. Aan de andere kant wordt de opname onderdeel van een nieuwe compositie. Het is als een matroesjka-poppetje: een werk in een werk in een werk.

Foto © Anna van Kooij