Klik op het toestaan van cookies om de playlist te beluisteren

EEN TRIP DOOR GAUDEAMUS GESCHIEDENIS MET HENK HEUVELMANS

scroll down
back to overview
‘Wij zijn er voor de kunst die morgen pas zal landen’*

Geschiedenis ontstaat op elk moment. Op een zondagmiddag. In een gloedvolle aanbeveling. Na tientallen telefoontjes. Door te luisteren. In het besluit nooit op te geven. Premières klinken. Stokjes worden doorgegeven. In vol vertrouwen. De tijd verstrijkt. Pioniers brengen nieuwe ontginningen voort.

*Henk Heuvelmans

1945 – 1962

BIJDRAGE TOT DEN CULTUREELEN OPBOUW VAN NEDERLAND

Het is zondagmiddag 4 november 1945. De 36-jarige Walter Maas spreekt in Huize Gaudeamus publiek toe dat is toegestroomd voor een viool- en pianoconcert van de broers Julius en Johannes Röntgen. Even zijn deze twee musici terug in dit markante huis, in 1924 gebouwd voor hun vader – de vermaarde componist Julius Röntgen sr. (1855-1932).

Maas zelf is een half jaar geleden teruggekeerd in Bilthoven. Voor de oorlog had de uit Duitsland gevluchte textielhandelaar zich toegelegd op de verhuur van kamers in dit fraaie, ruime huis. Tot hij jarenlang moest onderduiken om ook hier aan de jodenvervolging te ontkomen.

Tijdens die zwarte oorlogsjaren besloot Maas: eens zal ik iets terugdoen voor dit land dat mij redt. Het oorspronkelijke ‘muziekhuis’ zal voortaan openstaan voor de ontwikkeling van jonge musici.

Hoe spraakmakend de muzikale ontwikkelingen zullen worden, beseft dan nog niemand. Ook Maas niet.

Het programma van het concert op 4 november 1945

ICH HAB’ DAS MEINE GETAN…

Tijdens zijn onderduikperiode – waaronder zes maanden in een kleine, geheime ruimte onder het dak van Huize Gaudeamus – heeft Maas zich verdiept in de werken van Goethe. Wie later met hem samenwerkt, kan geregeld rekenen op onderhoudende citaten. De Engels-Duits-Nederlandse tongval van de internationaal georiënteerde oprichter is niet altijd even duidelijk te verstaan. Toch klinkt één motto altijd kraakhelder: ‘Ich hab’ das Meine getan, tut ihr nun das Eure.’ Wat dat betekent, ondervindt menigeen bij nacht en ontij. Medewerkers en anderen belt hij gerust uit bed. Men mag hém immers ook op ieder tijdstip wakker maken. Maas is zo een onontkoombare pleitbezorger voor jonge componisten. Ministeries maakt hij ‘gek’ met de vele telefoontjes die ze van hem ontvangen. Hij krijgt veel geld los voor programmeringen. De betekenis daarvan voor het culturele leven wordt opgemerkt. Alle inzet ‘betaalt’ zich uit in diverse prijzen voor het werk van de baanbrekend blijkende musici.
Anno 2020 staat nieuwe muziek van jonge componisten nog altijd centraal bij Gaudeamus. Alle betrokken muziekpioniers staan aan het begin van hun carrière. Vrijwel ieder werk dat klinkt, is een wereldpremière.

Sleutelen aan muziek van morgen

Huize Gaudeamus, 1955

1971, juryleden François Bayle en Sylvano Bussotti, naast Tomas Marco, Michael Finnissy (staat)

1972 met Misha Mengelberg, Theo Loevendie, Thijs van Leer (popgroep Focus)

Componistenbijeenkomst, 1976

1987 (Michael Finnissy, Frances-Marie Uitti, Arne Mellnäs, Karen Tanaka)

Gaudeamus Componisten, 1948

2003, op de drempel van het Gaudeamus-kantoor, met Trevor Wishart en Richard Ayres

2008, componisten discussie met juryleden David Dramm en Michael Daugherty

NIET DIRECT VOOR IEDEREEN WEGGELEGD

Het profiel van Gaudeamus is aanvankelijk nog niet heel sterk bepaald. Dat verandert als Maas de markante pianist-componist Henk Stam ontmoet. Onder diens invloed kiest Maas er resoluut voor om jonge componisten en hun nieuwe muziek voor het voetlicht te brengen.

De eerste vernieuwingen in de muziekwereld komen vooral uit Duitsland, waar Maas samen met onder anderen Stam een internationaal netwerk opbouwt. Jonge componisten experimenteren graag met andere muziekvormen. Maar Nederlandse musici – ingesteld op traditionele werken voor strijkensembles, piano, blazers en orkesten – deinzen er nog geregeld voor terug. Zijn die wonderlijke noten en aanwijzingen wel speelbaar? Zullen de instrumenten heel blijven tijdens de uitvoering?

Het kost dan ook moeite goede musici te vinden voor de grensverleggende werken. Voornamelijk leden van de radio-orkesten zijn wel bereid de nog niet zo geliefde muziek te spelen. Daaruit kan een eigen huisensemble worden samengesteld, het Gaudeamus Kwartet. Het treedt alom op en is later ook het eerste kwartet dat, in 1968, de uitvoering aankan van de zeer complexe muziek van componist Brian Ferneyhough.

INTERNATIONAAL SCHUURTJE IN DE TUIN

Via componisten en uitgeverijen uit de hele wereld vergaart Gaudeamus vanaf de jaren ’60 een grote variatie aan studiemateriaal. Partituren, boeken, tijdschriften en geluidsopnames uit de hele wereld vinden hun weg naar de steeds meer aanwezige muziekstichting in Bilthoven. Daar in een schuurtje in de tuin raken de kasten van de muziekbibliotheek elk jaar voller. De verzameling is uniek in de wereld. Muziekstudenten en jonge professionals van overal vinden in de bibliotheek een rijke bron van inspiratie voor hun studie en ontwikkeling. In het aangrenzende gebouwtje is inmiddels de CEM-studio ingericht, een van de eerste elektronische muziekstudio’s in Nederland.

Gaudeamus Kwartet

Gaudeamus Kwartet 1957-1968/69
Jos Verkoeyen, viool
Jan Brejaart, viool
Jan van der Velde, altviool
Joep Vogtschmidt, cello / 1963: Max Werner, cello



Gaudeamus Kwartet 1970-1975
Jos Verkoeyen, viool
Jan Wittenberg, viool
Hans Neuburger, altviool
Max Werner, cello

Gaudeamus Kwartet 1975-1988
Jan Wittenberg, viool
Paul Hendriks, viool
Hans Neuburger, altviool
Max Werner, cello

Gaudeamus Kwartet 1975-1988
Jan Wittenberg, viool
Paul Hendriks, viool
Hans Neuburger, altviool
Max Werner, cello

Gaudeamus Kwartet 1975-1988
Jan Wittenberg, viool
Paul Hendriks, viool
Hans Neuburger, altviool
Max Werner, cello

Gaudeamus Kwartet 1975-1988
Jan Wittenberg, viool
Paul Hendriks, viool
Hans Neuburger, altviool
Max Werner, cello

Gaudeamus Kwartet 1975-1988
Jan Wittenberg, viool
Paul Hendriks, viool
Hans Neuburger, altviool
Max Werner, cello



Gaudeamus Kwartet 1975-1988
Jan Wittenberg, viool
Paul Hendriks, viool
Hans Neuburger, altviool
Max Werner, cello

Gaudeamus Strijktrio 1992-1995
Paul Hendriks, viool
Hans Neuburger, altviool
Bela Santa, cello

1962 – 1970

SPEUREN NAAR TALENT

In 1962 wordt het Internationaal Gaudeamus Vertolkers Concours in het leven geroepen. Jonge musici kunnen er moderne toonkunst vertolken. De keuze van hun instrument en de te brengen hedendaagse muziek staat vrij. Het is dé plek waar nieuw talent wordt ontdekt dat in staat is later ook te spelen tijdens de Gaudeamus Muziekweek en tijdens tournees door binnen- en buitenland. Tot aan de laatste editie in 2011 is het concours wereldwijd het enige met deze unieke opzet. Het winnen van een prijs is voor vertolkers een geweldige opstap naar een internationale carrière, net als het componistenconcours rondom de Gaudeamus Muziekweek dat is voor componisten.

International Gaudeamus Interpreters Competition

First Prize winners:

2011 Brian Archinal (US) – percussion
2009 Malgorzata Walentynowicz (PL) – piano
2007 Mathias Reumert (DK) – percussion
2005 Ashley Hribar (AU) – piano
2003 Philip Howard (UK) – piano
2001 Tony Arnold (US) – soprano
1999 Ralph van Raat (NL) – piano
1997 Alan Thomas (US) – guitar
1996 Helen Bledsoe (US) – flute
1995 Guido Arbonelli (IT) – clarinet
1994 Margit Kern (DE) – accordion
1993 Aleksandra Krzanowska (PL) – piano
1991 Tomoko Mukaiyama (JP) – piano
1989 Louise Bessette (CA) – piano
1987 Stefan Hussong (DE) – accordion
1985 Amadinda Percussion Group (HU) – percussion
1984 Eva Marie Muller (DE) – flute

1983 John Kenny (UK) – trombone
1982 Anthony de Mare (US) – piano
1981 David Arden (US) – piano
1980 Florian Popa (RO) – clarinet
1979 Mircea Ardeleanu (RO) – percussion
1978 Edward Johnson (US) – clarinet
1977 Toyoji Peter Tomita (US) – trombone
1976 Max Lifchitz (MX) – piano
1975 Fernando Grillo (IT) – double bass
1974 Herbert Henck (DE) – piano
1973 Michiko Takahashi (JP) – marimba
1972 Harry Sparnaay (NL) – bass clarinet
1971 Doris Hays (US) – piano
1970 Bart Berman (NL) – piano
1969 Frank van Koten (NL) – oboe
1968 Ronald Lumsden (UK) – piano
1967 Joan Ryall / June Clark (UK) – piano duo
1966 Harald Boke (DE) – piano
1965 Charles de Wolff (NL) – organ
1964 Petr Messiereur / Jarmilla Kozderk (CZ) – violin + piano
1963 1st prize not awarded

SPEEL HIER MAAR OP…

Organisaties raken ondertussen beducht voor concerten die geprogrammeerd zijn door Gaudeamus ‘voor muziek van deze tijd’. Concertzalen verhuizen meestal snel hun kostbare piano’s naar de kelder. Ervoor in de plaats worden de slechtste exemplaren naar boven gehaald.

Voor Gaudeamus zit er tijdens een van de jaarlijkse vertolkersconcoursen niks anders op dan halsoverkop een nachtelijke rit te maken naar Duitsland, om daar aan serieus slagwerkgerei te komen. Precies op tijd voor de finale van de competitie staat materieel van professionele kwaliteit op het podium opgesteld.

 

DE ONTDEKKING VAN DE BASKLARINET

In 1972 wint de Nederlander Harry Sparnaay het Internationaal Gaudeamus Vertolkers Concours. Hij speelt basklarinet, een instrument waar nog maar nauwelijks relevante muziekstukken voor bestaan. Dankzij de vertolkingen van deze virtuoze prijswinnaar stijgt de belangstelling van componisten om nieuwe muziek te schrijven voor Sparnaay en zijn instrument. Luciano Berio, Morton Feldman, Ton de Leeuw, Iannis Xenakis, een voor een zijn ze ‘om’.

ALS DE MINISTER HET ZEGT…

Tijdens het zilveren jubileum van de stichting opent dr. Marga Klompé – dan minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk – de Internationale Gaudeamus Muziekweek. Gloedvol geeft ze haar kijk op de onzichtbare, in zekere zin ondankbare taak van Gaudeamus achter de schermen. Daarbij roemt ze nadrukkelijk ook de grondlegger. Een oprecht welkom geschenk. Maas weet er goed raad mee. De woorden van de minister leggen extra gewicht in de schaal als hij het belang van de goede zaak bij geldschieters onder de aandacht brengt.

NIEUWE COMPLEXITEIT

In 1968 breekt de Britse componist Brian Ferneyhough door tijdens het jaarlijkse Internationale Gaudeamus Componisten Concours. In eigen land krijgt hij geen poot aan de grond. Hier wint hij de derde prijs, hoewel zeker niet iedereen de mening deelt van de jury.

Terwijl liefhebbers en critici het in elk geval eens zijn over de haast onspeelbare complexiteit van zijn werken, herhaalt Ferneyhough zijn prestatie. In 1969 valt hij opnieuw in de prijzen tijdens de Gaudeamus Muziekweek. Daarna dringt hij internationaal tot grote hoogte door. Ondertussen is de term ‘nieuwe complexiteit’ geboren.

LAAT MAAR KLINKEN

In de beginjaren van Gaudeamus zijn het de juryleden die de componistenbijeenkomsten leiden. Zij bepalen ook de artistieke keuzes. Onbegrijpelijke keuzes, verwijt de pers hen geregeld.
Hoe is het überhaupt mogelijk om op basis van alleen partituren te beoordelen hoe al die rare nieuwe vondsten van componisten zullen klinken? Tja, iemand moet de schuld krijgen van luisterongemak bij het publiek. Dan de juryleden maar.
Toch bereiden juist zij door hun keuzes de weg voor vernieuwing in de muziek: laat maar klinken! Dan kunnen we zeggen wat we ervan vinden en erover met elkaar praten.

1995: Cees van Zeeland, Luca Francesconi, Gerhard Stäbler

1972: Sven-Eric Bäck, Enrique Raxach, Roland Kayn, David Bedford, Reinbert de Leeuw

1995: Christopher Butterfield, Annie Gosfield, Martijn Padding

1993: Klaas de Vries, Edison Denisov, Steve Martland.

1974: Jos Kunst, Jan W.Morthensson, Helmut Lachenmann, Jean-Claude Eloy, Ton de Leeuw

1992: Joep Straesser, Arne Nordheim, Zygmunt Krauze, Sukhi Kang

1982 – 1989

GAUDEAMUS VERLAAT HET NEST

Ongeveer elke vijf jaar beleeft Gaudeamus een spannende periode. Staat ‘de politiek’ nog steeds achter de vernieuwingsdoelstelling? Is er voldoende financieel draagvlak? Met het nodige debat blijft het antwoord ‘ja’. Van hogerhand wordt Gaudeamus gezien als nationaal instituut om nieuwe, experimentele muziekontwikkelingen in het zadel te helpen, in brede zin van het woord. Alleen, voor de duidelijke herkenbaarheid van Gaudeamus is die veelzijdige taak niet altijd gunstig.

Begin jaren ’80 zet de stichting daarom een grote stap om meer in het ‘centrum van de aandacht’, in Amsterdam, aanwezig te zijn. Walter Maas’ kind vliegt uit. Gaudeamus verhuist naar de straat achter De IJsbreker en de hele inboedel gaat mee, inclusief de bibliotheek en huisdrukkerij. Veel musici en componisten hebben de stad al als thuisbasis.

IEDEREEN EEN EIGEN PODIUM

De IJsbreker in Amsterdam is het eerste podium in Nederland dat eigentijdse muzikanten programmeert in een ongekunstelde café-setting. Dat Gaudeamus de nieuwe ‘achterbuur’ is, komt goed uit. Haar muziekfestivals versterken het aanbod en zijn goed voor de uitbreiding van het publiek. De twee eigenzinnige organisaties gaan als partners door het leven.

Meer steden pikken het IJsbreker-concept op en zeggen ‘dat willen wij ook’. Gaudeamus ondersteunt daartoe een grote verscheiden-heid aan podia en musea. Tegelijkertijd neemt ze talloze aanstormende solisten en ensembles onder haar hoede. De organisatie reist er het hele land mee door met passende programmering.

WAT VAN VER KOMT

Al vanaf haar oprichting is Gaudeamus internationaal georiënteerd. Al snel komen componisten uit de gehele wereld op de Muziekweek af. Daarnaast organiseert Gaudeamus uiteenlopende workshops en festivals, zoals de International Composers Workshop. Zo ontstaat vanaf de eerste decennia een wisselwerking van wereldwijde muziekculturen en ontwikkelt zich een brede schakering van het publiek.

Anno 2020 is Gaudeamus nog altijd een belangrijke facilitator voor ontmoetingen van musici uit alle hoeken van de wereld. In seminars georganiseerd door Gaudeamus in 2019 en 2020, bijvoorbeeld, gaat het over good and bad practices in het samenbrengen van publiek en performers met diverse culturele achtergronden.

Lees het essay van Luigi Irlandini over “non-western instruments and contemporary composition”

Lees het 20 jaar International Composers ‘Workshop-rapport

WIJD VERTAKT NETWERK

Via diverse bestuursfuncties speelt Gaudeamus een belangrijke rol binnen de ontwikkeling van allerlei internationale netwerken, zoals de International Society for Contemporary Music (ISCM), de International Music Council (IMC), de International Association of Music Information Centers (IAMIC) en de European Conference of Promotors of New Music (ECPNM). Via haar verwevenheid met het internationale netwerk creëert Gaudeamus uitgebreide kansen voor Nederlandse musici en componisten om door te breken. In 1974, 1985 en 1989 organiseert Gaudeamus, tegelijk met de Muziekweek, ook de Wereld Muziek Dagen van ISCM. In 1989 levert dat tevens de doorbraak op van de Chinese componist Tan Dun in Europa (see A VISUAL REPRESENTATION OF FUN (MUSICAL) FACTS OF GAUDEAMUS HISTORY)

‘My overall life in music would probably have taken a very different turn without being awarded this precious prize. The open-mindedness and vision connected to the Gaudeamus Award was an inspiring factor in gaining more self-esteem and in daring to take more risks.’
– Unsuk Chin (winner Gaudeamus Award 1985), sept 2019

TAAL VAN DE HANDDRUK

Gaudeamus viert haar 75-jarig bestaan in ‘coronatijd’. Handen schudden is plotseling not done geworden. Hoe moet dat nu verder? In onze geschiedenis zijn verschillende bijzondere momenten juist vastgelegd met een handdruk…

1985: Chris Walraven presents the Gaudeamus Award to Unsuk Chin

1999: Henk Heuvelmans presents the Gaudeamus Award to Michel van der Aa

1970: Walter Maas welcomes minister Marga Klompé

2005: Henk Heuvelmans and Ivo Josipovic sign the contract for the ISCM World (New) Music Days 2005 in Zagreb. Josipovic became the President of Croatia a few years later.

1989: In the Ijsbreker Otto Ketting presents the Jan van Gilse Prize to Walter Maas

2011: Nieuw ontmoet oud – Henk Heuvelmans met Xavier Vandamme (directeur Festival Oude Muziek)

1991 – 1999

EEN ZELDZAAM VERSCHIJNSEL

Een directeurswissel doet zich niet veel voor binnen Gaudeamus, en gebeurt zonder tamtam. In 1963 krijgt Chris Walraven de dagelijkse leiding over Gaudeamus. In 1991 wordt Henk Heuvelmans benoemd. Volgens hem is er wel een verklaring voor de zeldzame wisselingen: ‘Bij Gaudeamus verveel je je als directeur nooit!’

Per 1 januari 2021 treedt Martijn Buser in de voetsporen van zijn voorgangers. De opvolgers hebben met elkaar gemeen dat ze tegen de tijd van hun aantreden al geruime tijd ervaring hebben opgedaan binnen de stichting. Dat biedt een belangrijke basis voor de continuering van Maas’ beginselen: muzikale ontwikkeling vooruitbrengen door het aanmoedigen van authentiek talent.

GELAUWERD DOOR UNESCO

De UNESCO IMC* Prize is een onderscheiding van formaat. Jaarlijks wordt ze uitgereikt aan componisten, musici en een enkele keer aan een organisatie ‘whose activity has contributed to the enrichment and development of music, thus serving peace, understanding between peoples and international cooperation.’ In 1991 valt deze eer te beurt aan Gaudeamus.

*De International Music Council is een onderafdeling van UNESCO binnen de Verenigde Naties, en stond, zeker in die jaren, wereldwijd hoog aangeschreven. In 2005 is de onderscheiding voor het laatst uitgereikt.

KLINKENDE GESCHIEDSCHRIJVING

Gaudeamus haalt óók haar vijftigste verjaardag. Peter Peters duikt in de geschiedenis en schrijft er het eerlijke boek ‘Eeuwige jeugd’ over. Op een dubbel-cd laten schatplichtige Nederlandse componisten van zich horen. In het jubileumconcert spelen het Nederlands Blazers Ensemble en het Residentie Orkest werk van Peter Schat, Elliot Carter en de jubileumopdrachtcompositie ‘Scharf Abreisen’ van Martijn Padding.

Het eerbetoon staat in zeker contrast met de relatieve onbekendheid, nog altijd, van het grote Nederlandse publiek met de muziekstichting. Maar staatssecretaris Aad Nuis heeft zich verdiept en erkent onvoorwaardelijk ‘de buitengewoon grote betekenis’ van de stichting die ‘veel goeds doet in stilte.’ De Groene Amsterdammer onderschrijft zijn uitspraak: ‘De kracht van Gaudeamus ligt in het scheppen van voorwaarden en steunen van goede ideeën.’ En Het Parool verwijst meerdere malen naar de woorden van Ton de Leeuw, decennia geleden: ‘De taak van Gaudeamus is een ondankbare, want aan ontluikend talent valt nog niet veel eer te behalen.’

VERSTERKENDE DIMENSIES

Verandert er dan nooit iets aan de uitvoering van deze artistieke principes? Toch wel. Met de komst van Heuvelmans, bijvoorbeeld, wordt meer ruimte geboden aan geluidskunstenaars met een multidisciplinaire benadering. Een veelzijdige componist als Michel van der Aa vindt zo in de begintijd van zijn carrière – eind jaren ’90 – de noodzakelijke vruchtbare bodem voor zijn werkwijze: de integratie van muziek en beeld. Een andere geluidskunstenaar is Hans van Koolwijk. Via Heuvelmans krijgt hij een nauwe band met Gaudeamus. In 2010 is een overzichtstentoonstelling van hem te zien in Muziekgebouw aan het IJ. Op de openingsavond van het 75-jarig jubileum in 2020is hij opnieuw van de partij.

ONE

Vanaf de eerste Gaudeamus Muziekweken worden prijzen beschikbaar gesteld ter aanmoediging van de componisten. Van 1978 tot 1984 geldt een wat sobere vorm: dat werk van een componist ten gehore wordt gebracht is de prijs. Dan keert het ‘prijzengeld’ weer terug. Jaarlijks is er voortaan één te winnen Gaudeamus Award. De componist ontvangt daarmee ook de opdracht voor het schrijven van een volgend werk. Na een reeks buitenlandse componisten is Michel van der Aa in 1999 de eerste Nederlandse componist die deze prijs ‘nieuwe stijl’ ontvangt. Onder de hoede van Gaudeamus creëert hij de baanbrekende kameropera One. Hierin verenigt Van der Aa live performance en video. De productie staat model voor de successen die hij vanaf dan boekt over de hele wereld.

GELIEFDE VOORVECHTER

Na 25 jaar is er in 1999 eindelijk weer een Nederlandse winnaar van het Internationaal Gaudeamus Vertolkers Concours. Pas 21 jaar oud, stormt Ralph van Raat via de voorrondes door naar de finale en de eerste prijs. De onvervalste voorvechter van muziek van nu gaat geen enkele uitdaging uit de weg. In korte tijd krijgt hij een gigantisch repertoire in de vingers, met veel speciaal voor hem geschreven composities. Met zijn toegankelijke uitleg bij de concerten wint Van Raat vele harten. Tijdens het 75-jarig jubileum speelt hij onder andere een speciaal opdrachtwerk van Karen Tanaka (winnares van de Gaudeamus Prijs 1987).

Concours 1999
Pawel Nowicki, Frode Haltli, Ralph van Raat, Anne-Sophie Bertrand, Malle Sijmen en recorder quartet
© Wim Jansen


‘The Gaudeamus Award has opened many doors. It kick-started my international career and came at exactly the right moment. It was an honour and it gave me wings.’
– Michel van der Aa
Dropper by Arno Fabre, 2008

ZELDZAME KLANKEN

Gaudeamus heeft een lange geschiedenis in de presentatie van klankinstallaties. Zo schakelt de organisatie in 1966 een ‘emotiemeter’ in bij de try-out van de Artaudofoon, een reusachtig elektroakoestisch slagwerkinstrument ontwikkeld door Peter Schat. Diverse bedenkers en bouwers van nieuwe instrumenten kunnen rekenen op Gaudemus’ aanmoediging. Ook de toegewijde inzet voor de ontwikkeling van de elektronische muziek past in deze traditie (lees meer hierover in deel 2 van deze jubileumuitgave). De museale vorm die veel klankkunst ook wel krijgt, is sinds de jaren ’90 een vast onderdeel van de Gaudeamus Muziekweek. Er worden dan constructies gepresenteerd die meestal zelfstandig geluid voortbrengen en een sterk beeldend element bezitten. In 2010 is een heel festival aan deze vorm van klankkunst gewijd: Klanken aan ‘t IJ.

De Krachtgever (Power Giver) by Peter Bosch and Simone Simons, 2006

The construction of De Klankkaatser by Hans van Koolwijk in the Atrium of the Muziekgebouw aan ‘t IJ, 2010

Panauditum by Zeno van den Broek, 2008

Les souliers by Arno Fabre, 2010

Vloei / Flow by Bram Vreven, 2007 in the Muziekgebouw aan ‘t IJ

2000 – 2018

KRITIEK IS EEN OPSTAPJE

Veel componisten die later carrière maken, zetten hun eerste stappen dankzij Gaudeamus. Sommigen van hen blijven ook later trouw aan de organisatie. Yannis Kyriakides is een van hen. Al snel na zijn komst naar Nederland, in 1994, maakt hij kennis met onze vaderlandse pers. ‘Creatieve armoede’ luidt het oordeel over zijn werk tijdens de Muziekweek. Maar de jonge componist ontwikkelt zich snel en wint de Gaudeamus Award 2000. Sindsdien staat de Cyprioot bij Gaudeamus en wereldwijd vaak geprogrammeerd. Regelmatig is hij ook betrokken als jurylid en coach bij diverse activiteiten. Ook tijdens het 75-jarig jubileum van Gaudeamus in 2020 speelt Kyriakides een grote rol.

ONDER ANDERE VLEUGELS

Het Gaudeamus team in 2005, van links naar rechts Henk Heuvelmans, Fons Willemsen, Ikaros van Duppen, Gerard Broers, Annemiek van Dijk, Arthur van der Drift, Ineke Beemsterboer, Astrid de Jager, Anne-Marie Eij, Jurgen van den Hout

In 2005 verhuist Gaudeamus met De IJsbreker en veel andere muziekorganisaties naar het nieuwe Muziekgebouw aan ’t IJ. Een mooie toekomst lijkt te kunnen aanbreken: in dit fantastische gebouw heeft Gaudeamus een prachtig documentatie centrum en organiseert het diverse festivals en klankkunstpresentaties in het grote atrium.

Lees meer over Gaudeamus documentatie centrum

…NOU EVEN DAN

Muziekgebouw aan’t IJ zwaait Gaudeamus uit.

Zeer tegen haar zin en onder politieke druk ziet Gaudeamus zich in 2008 gedwongen om een fusie aan te gaan met andere Nederlandse muziekinstellingen. De nieuwe naam luidt Muziek Centrum Nederland (MCN). Maar een lang leven is deze fusie niet beschoren. In 2012 besluit ‘de politiek’ alweer dat er geen ruimte meer zal zijn voor MCN: ‘De muzieksector is een professionele sector die het grootste deel van de ondersteunende taken zelf kan organiseren.’

Visuele geschiedenis van de constructie van Muziekgebouw aan ‘t IJ

NIEUWE THUISSTAD

Net op tijd, in 2011, heeft Gaudeamus de organisatie van de Internationale Muziekweek weten te onttrekken uit ‘de boedel’ van MCN. Ze besluit Amsterdam te verlaten. De stad Utrecht ontvangt haar met open armen en is bereid als partner te investeren in het festival. De kranten koppen: ‘Amsterdam verliest instituut nieuwe muziek’ en ‘Utrecht kaapt festival nieuwe muziek weg’. Het is een feit. In september 2011 vindt de Gaudeamus Muziekweek voor het eerst plaats in de nieuwe thuisstad.

EN DE GAUDEAMUS AWARD GAAT NAAR…

Wat kritiek betreft, is het voor vrijwel elke aanstormende componist goed toeven bij de Internationale Muziekweek. Net als de Cyprioot Yannis Kyriakides valt de Brit Richard Ayres in 1994 weinig vleiends ten deel. Zijn openingsconcert wordt omschreven als ‘rampzalig begin’. Na de eerste noot kan men slechts wachten op het einde. Ondertussen is het de hele week lang snikheet in de krappe IJsbreker. Het publiek houdt het soms nauwelijks uit. Om wat koelte te bieden, worden waaiertjes uitgereikt.

Maar Richard Ayres heeft een ander idee. Nog voor de prijsuitreiking piept hij ongezien naar buiten en verdwijnt naar het terras. Weet hij veel dat directeur Henk Heuvelmans precies op dat moment namens de jury Ayres’ naam uitspreekt als winnaar van de Award 1994.

24 jaar later is Richard Ayres’ naam wereldwijd gevestigd. Hij wordt veel gevraagd als componist en docent. In 2018, na weer een première tijdens de Internationale Muziekweek, schrijft de pers: ‘Op Gaudeamus klinkt de toekomst, en dat is nog leuk ook!’ En ook Ayres ontvangt een opdracht voor het 75-jarig jubileum in 2020: een werk voor strijkwartet, euphonium en keyboard voor het Canadese Bozzini Quartet, Koen Kaptijn en Nora Mulder.

Gaudeamus Award for original low point; Anarchistic collage or LSD trip? No, Gaudeamus Muziekweek lets us hear the future – which is great fun. Music lovers from all over Utrecht gather to hear pieces that no one has ever heard before.

2020

JUBILEUM 3.0

Een terugblik op 75 jaar maakt een rode draad zichtbaar: kritiek op de programmering is er altijd geweest. Gaudeamus is er niet om zelf applaus te ontvangen. Wel om ruimte te geven aan jonge componisten en geluidskunstenaars die ongekende terreinen ontginnen. Die tegen de stroom in nieuwe muziekvormen blijven scheppen. Aanzetten tot ongekend luisteren. En zo lang er mensen bestaan die ‘gek genoeg’ zijn om onontkoombare energie te blijven steken in de professionele aanmoediging van deze muziekpioniers, zal Gaudeamus bestaan.

NIEUW GELUID VERBEELD

Gaudeamus vangt al 75 jaar de aandacht voor muziek van morgen. Muziek zonder grenzen of oorkleppen. Een zeldzame inspiratiebron voor verbeelding van identiteit in een geheel eigen vormtaal.

You may also like